Het dorp Spaarndam ontstond rond de sluizen in de IJdijk, met als belangrijkste sluis de Kolksluis. De geschiedenis van deze sluis is de geschiedenis van Spaarndam.
In het begin van het jaar 1200 is het Spaarne afgedamd van het IJ. Dit is gedaan om hoog water en zoutwater uit het Spaarne en omliggende landerijen en de stad Haarlem te weren. De beslissing hiertoe lag bij de waterschappen vertegenwoordigd door de Rijnlandse Heemraden. Rond deze tijd ontstond ook het Hoogheemraadschap van Rijnland. Met het afsluiten van het Spaarne kwam de noodzaak waterhoeveelheden te beheersen: het waterpeil. In de Spaarndammerdijk weren spuisluizen aangelegd. In vroeger dagen gingen er bij gelijk peil binnen en buiten wel schepen door spuisluizen heen en weer. Verder werd vracht uit zeegaande schepen overgeslagen in kleinere binnenvaartschepen voor verder vervoer naar Haarlem en verder. In 1253 gaf de graaf van Holland Willem de tweede, hij was ook Rooms-Koning, opdracht tot het maken van een schutsluis in de Spaarndammerdijk. Hij deed dit waarschijnlijk in overleg met de vroede vaderen van de stad Haarlem. Zeg maar het bedrijfsleven van toen. Zij financierden een groot deel van de sluis. Rijnland bleef er financieel buiten, maar kreeg wel het beheer omdat de sluis in kon grijpen op het peilbeheer.
Bij de aanleg van de sluis is er gebruik gemaakt van een wiel, een meertje (kolk) ontstaan door een eerdere dijkdoorbraak: de huidige kolk. In 1280 onder Floris de Vijfde kwam de sluis gereed. Het bijzondere van de kolksluis is, dat het de eerste sluis was met deuren aan de zeezijde, het IJ en deuren aan het binnenwater het Spaarne, met daartussen een sluiskolk. Nu konden schepen onafhankelijk van het tij de dijk passeren. Eerst nog kleine schepen met gestreken mast, want de sluis had hefdeuren. Pas in 1300 kreeg de sluis puntdeuren en konden ook Hanzekoggen, het werkpaard van de handelsvaart in de Middeleeuwen, de sluis passeren. De sluis werd een belangrijk kunstwerk in de inlandse route van Scandinavië naar de belangrijke Vlaamse steden als Brugge en Gent. Men ging liefst zoveel mogelijk binnendoor om de gevaren van de zee te mijden. Er is in de archieven van Rijnland een peilkaart uit 1735 met waterdiepten van de “Groote Rhijnlandse Schut-Kolk te Spaarndam”.
In de Spaarndammerdijk, nu de IJdijk geheten, zaten wel tien spuisluizen, naast die van Rijnland is de Woerdense sluis de bekendste nog overgebleven spuisluis. Hij heet Woerdense sluis omdat het waterschap Woerden mocht afwateren op Rijnlands boezem op voorwaarde dat ze het onderhoud van deze sluis bekostigden. Later heeft Haarlem in 1535 een eigen schutsluis bekostigd na een ruzie over sluisgelden met Rijnland: de kleine of Haarlemmer sluis, nu gedempt.
Rond de kolksluis ontstond bedrijvigheid, veelal verbonden met de passerende scheepvaart; zeilmakerij, mastenmaker, kruidenier, cafés. Ook de visserij nam een belangrijke plaats in. Met name de kuilvisserij met Togenaars of Tochtschuiten in de zeventiende eeuw, voorlopers van de latere botter. Nog steeds is Spaarndam bekend als palingdorp. De kerk in Spaarndam (1627) is één van de eerste in de Republiek der zeven verenigde Nederlanden speciaal voor de protestantse dienst gebouwde kerk.
De ligging tussen IJ en Spaarne en haar rol als doorvoerplaats gaf Spaarndam de voorwaarden om tot een plaats van betekenis uit te groeien. Dit werd echter tegengehouden door Haarlem. Het was ook die stad die, na de bouw van de Kleine Haarlemmersluis, in de achttiende eeuw een grotere sluis nabij het gemeenlandshuis van Rijnland liet bouwen. Gemaakt om de nieuw gebouwde zeeschepen naar buiten te kunnen schutten. Dit luidde het einde van de Kolksluis in.
De Kolksluis heeft dienst gedaan tot 1927. In dat jaar is de in de grote sluis uitgebreid, tot wat nu de Grote Sluis heet. De Kolksluis is geheel gerestaureerd en buiten gebruik gesteld. De omringende bedrijven verdwenen naar elders, met uitzondering van het dorpscafé.
Spaarndam herbergt binnen haar grenzen het standbeeld ter ere van Hans Brinker, uit een Amerikaans kinderverhaal, die een lek in de dijk dichtte met zijn vinger en daar mee de polder “redde”. Nog steeds komen Amerikanen naar het dorp om deze “held” te zien.
Als de Kolksluis weer in gebruik genomen wordt is het oppassen voor van de sluis gebruikmakende schippers. Er is nog steeds een wet van Rijnland van kracht dat schippers die sluiswachters molesteren, standrechtelijk opgehangen kunnen worden! Het laatst toegepast in de vijftiende eeuw.